Als vrijwilliger in een verzorgingshuis ontmoet ik telkens nieuwe mensen. Op een ochtend in januari dronk ik een kopje koffie met de voedingsassistente. Eigenlijk, ik dronk koffie terwijl zij boterhammen smeerde voor bewoners. Het viel me op dat zij precies wist wat elke bewoner lekker vond voor het ontbijt. “Dag meneer Smit, twee bruine boterhammen met cervelaatworst?” Ze knipte de korstjes eraf, want ze wist dat hij moeite had met kauwen. Ze wist ook dat hij thee wilde met twee zoetjes erin. Zo ging dit met elke bewoner die die ochtend binnen kwam rollen. Brinta door de pap heen? Melk in de thee? We begonnen over werk te praten. Ze zei, “het gaat om liefde, dit werk.” Ik knikte, met zoveel ernstig begrip als ik, een 22-jarige student kon hebben van een full-time baan. “Begrijp je wat ik zeg?” zei ze toen. Ze stopte met smeren en keek me aan, “Ik zie deze mensen alsof het mijn eigen vader en moeder zijn. Het gaat om liefde. Dat is wat de mensen hier nodig hebben, meer dan zorg.”

Deze vrouw maakte indruk op mij. Haar aanpak deed me denken aan een stuk uit Kolossenzen 3:23. Daar lees ik, “Wat u ook doet, doe het van harte, alsof het voor de Heer is en niet voor de mensen, want u weet dat u van de Heer een erfenis als beloning zult ontvangen – uw meester is Christus!” En dit is hoe ik meestal dit vers zag: door je in te denken dat je voor God aan het werk bent, werk je vanuit liefde en ook toch een beetje harder want je weet ‘dat er altijd iemand kijkt’. De voedingsassistente leefde dat mooi uit, vond ik.

Maar, terwijl ik reflecteerde op een recente preek van Hans (18 januari), bedacht ik me een andere kijk op het vers. Wat betekent het verder, dat de Heer naar mij kijkt als ik werk? Hans sprak erover dat God ons ziet als zijn geliefde kinderen, of we ons nu goed gedragen of niet. Of we nu een dag helemaal niets uitvoeren of juist de sterren van de hemel werken, het oordeel is al geveld. Hoe zou het zijn om zo te werken?

Voor mij is dit een idee dat gelijk raakt aan mijn dagelijkse taak van studeren. Er is soms een behoorlijke fantasie nodig om me bij het lees- en schrijfwerk in te beelden wie ik ermee kan ‘liefhebben’ zoals de voedingsassistente dat doet. En inderdaad, “Uw meester is Christus!” zal soms te betekenen hebben dat ik anderen dien door te werken zelfs als niemand kijkt. Maar ik vermoed, dat het ook altijd inhoudt dat ik werk voor Iemand die me top vindt. Dan schrijf ik mijn scriptie niet om geliefd te worden, maar omdat ik geliefd ben. Dat opent voor mij in elk geval een grote ruimte voor creativiteit, ontspannenheid en doelgerichtheid.

Daniëlle Bovenberg