We keken niet lang geleden naar de prachtige natuurdocumentaire Life. Ik had al een paar keer een voorfilmpje ge­zien. Het voorfilmpje liet een poolwolf zien die opsprong en met zijn snuit in de sneeuw dook. Het zag er nogal wonder­lijk en speels uit. Een beetje als een kind dat voor het eerst in de sneeuw speelt. Tijdens de documentaire hoorden we het verhaal bij de beelden. De poolwolf loopt soms wel 100km per dag op zoek naar voedsel. Voedsel is natuurlijk moeilijk te vinden op de eindeloze ijs- of sneeuw­vlakte. De poolwolf had onder de halve meter dikke sneeuwlaag lemmingen ont­dekt. Hij probeerde nu met een soort duik­sprong zo diep mogelijk in de sneeuw te duiken op jacht naar zijn prooi. Dit was geen spelen, dit had met overleven te maken. De jonge poolwolf had dring­end voedsel nodig anders zou hij sterven.

Het kennen van het verhaal verandert alles: een blij spelende poolwolf ver­andert in een eenzame overlever.

wolf

Ik vroeg me af hoe vaak wij niet aan­names doen, situaties beoordelen, gedrag beoordelen, zonder het verhaal bij de beelden te kennen. Hoe vaak ba­seer ik me alleen op de beelden, maar ken ik het verhaal niet?

Waarom is die persoon zo in zich zelf gekeerd? Wat zou zijn verhaal zijn?

Waarom lijkt die persoon zo uitbundig en oppervlakkig? Wat is zijn verhaal?

Waarom kijkt die persoon zo droevig? Wat is het verhaal? Waarom lukt het die per­soon niet om mee te doen in de maat­schap­pij? Wat is het verhaal?

Gaat daar het leven niet om? Gaat het le­ven niet om kennen en gekend worden?

Psalm 139

HEER, u kent mij, u doorgrondt mij,

2 u weet het als ik zit of sta,

u doorziet van verre mijn gedachten.

3 Ga ik op weg of rust ik uit, u merkt het op,

met al mijn wegen bent u vertrouwd.

4 Geen woord ligt op mijn tong,

of u, HEER, kent het ten volle.

5 U omsluit mij, van achter en van voren,

u legt uw hand op mij.

6 Wonderlijk zoals u mij kent,

het gaat mijn begrip te boven.

De Heer kent al onze verhalen. Hij kent jouw verhaal, mijn verhaal. Hij kent onze gedachten, is vertrouwd met onze we­gen. ‘U legt uw hand op mij.’ Wat een teder gebaar. De Heer kent onze verha­len en legt zijn hand op ons. Hij wil deel zijn van ons verhaal. Hij wil dat we ver­an­deren van een eenzame overlever in een blij spelende poolhond! Hij wil dat we ontdekken dat we niet alleen zijn. Hij om­sluit ons van achter en van voren.

“Heer, wilt u me helpen om oprecht geïnteresseerd te zijn in het verhaal van de ander. Wilt u me helpen niet alleen op de beelden af te gaan.

Amen”

Hans van der Meulen

Voorganger